De cultuursector behoort tot de zwaarst getroffen bedrijfstakken. Vandaar dat minister Ingrid van Engelshoven gisteren de uitwerking van de maatregelen van het tweede, specifieke pakket voor de culturele en creatieve sector bekend gemaakt.
€ 40 miljoen voor niet-gesubsidieerde deel van de podiumkunsten
De minister heeft toegezegd met € 40 miljoen specifieke steun te verlenen aan de vrije producenten in de podiumkunstensector, waaronder de vrije theaterproducenten. De steun in bedoeld voor producenten in de podiumkunsten die geen vaste subsidierelatie met de overheid hebben. Hiertoe wordt ook de muzieksector gerekend. De minister kiest ervoor om de uitvoering van de steun te leggen bij het Fonds Podiumkunsten. De uitgangspunten zijn:
- De regeling biedt gedeeltelijke compensatie voor kosten van investeringen die niet kunnen worden terugverdiend aan in de kern financieel gezonde producenten. Het opnieuw investeren in producties is daarbij een voorwaarde.
- Het gaat om compensatie van investeringskosten gekoppeld aan producties die gepland stonden in het laatste kwartaal van 2020 en het eerste half jaar van 2021.
- Er is sprake van aanzienlijke investeringen, waarbij kosten die niet worden vergoed via generieke maatregelen als de NOW, worden meegerekend. Het gaat bijvoorbeeld om kosten voor scriptontwikkeling, promotie, decor en licht.
- Uitgesloten van de regeling zijn festivals, evenementen en aanbod op scholen. De regeling richt zich primair op producenten die investeren in producties met een in de tijd gespreide speelperiode op podia, schouwburgen en concertzalen.
- De regeling moet uitvoerbaar en voor producenten toegankelijk zijn.
- Indien de coronamaatregelen binnen de looptijd van de regeling worden versoepeld, dan zal dit in het bepalen van de hoogte van de compensatie worden meegenomen.
Het Fonds Podiumkunsten zal de maatregel in overleg met vertegenwoordigers van de sector op basis van bovenstaande uitgangspunten verder uitwerken. De verwachting is dat de maatregel medio december klaar is. De eerste aanvragen kunnen in januari 2021 ingediend worden en zullen na beoordeling in maart gehonoreerd worden.
Uitwerking steunpakket € 414 miljoen
Specifieke steun voor de culturele en creatieve sector zal worden ingezet voor de periode 1 januari tot 1 juli van 2021. Deze is als volgt:
- Aanvullende subsidie voor instellingen en filmprocudenten: € 100 miljoen komt beschikbaar om instellingen en festivals in de Basisinfrastructuur 2021-2024 en de Erfgoedwet aanvullend te subsidiëren. Ook instellingen en festivals die meerjarig gefinancierd worden door de rijkscultuurfondsen en instellingen die uit andere onderdelen van de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden gefinancierd, ontvangen aanvullende subsidie.
- Bijdrage aan Nationaal Restauratiefonds: € 20 miljoen komt beschikbaar aan het Nationaal Restauratiefonds (NRF) voor de Opengestelde Monumentenlening (OML).
- Bijdrage aan Cultuur+Ondernemen: € 15 miljoen komt beschikbaar aan Cultuur+Ondernemen (C+O) voor het verstrekken van leningen aan ondernemers in de culturele en creatieve sector.
- Makers en Creatieve professionals: de minister investeert € 49,76 miljoen om makers en creatieve professionals in de culturele en creatieve sector te ondersteunen. Dit stelt zij als volgt beschikbaar:
o Subsidies via de zes rijkscultuurfondsen
o Subsidies voor producties via NPO
o Scholing voor zelfstandigen via het Programma Werktuig PPO.
- Ondersteuning Private Initiatieven: het Kickstart Cultuurfonds ontvangt € 10 miljoen en € 0,4 miljoen gaat naar het Nationaal Theaterweekend om hen te ondersteunen bij hun inzet om de culturele sector bij te staan in deze crisisperiode.
Overbruggingssubsidies
Voor instellingen die een aanvraag hadden ingediend voor de BIS 2021-2024 of voor meerjarige ondersteuning bij het Mondriaan Fonds, het Fonds voor Cultuurparticipatie en het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, en die een positieve beoordeling kregen maar waarvoor geen budget beschikbaar was, stelt de minister ruim € 11 miljoen beschikbaar. .
Private musea en collecties van nationaal belang
Zij krijgen een ondersteuning van € 20 miljoen. Het Mondriaan Fonds zal hiervoor verschillende regelingen opstellen. Het gaat om een compensatieregeling voor inkomstenderving van private museale instellingen en kunsthallen, die geen steun kunnen krijgen via de extra middelen die beschikbaar zijn gesteld aan gemeenten voor cultuur. En daarnaast om regelingen voor behoud en beheer van collecties van nationaal belang, door het aantrekken of behouden van personeel.
Varend erfgoed (Bruine Vloot)
Het kabinet stelt € 15 miljoen beschikbaar voor de ondersteuning van scheepseigenaren die beroepsmatig historische schepen exploiteren, in het bijzonder de ‘Bruine Vloot’. In overleg met de brancheorganisaties wordt de uitwerking van de steun opgesteld.
Pandemieregeling voor filmproducties
Om een pandemieregeling voor filmproducties te ontwikkelen stelt de minister € 10 miljoen beschikbaar, temeer omdat verzekeraars risico’s niet meer willen dekken die samenhangen met de pandemie. De regeling wordt via een subsidie bij het Filmfonds ontwikkeld en verder aangevuld en opgebouwd uit private bijdragen uit de filmsector.
Fieldlabs wendbaarheid en weerbaarheid
Om de wendbaarheid en weerbaarheid van de sector te vergroten stelt de minister € 5 miljoen beschikbaar om fieldlabs uit te laten voeren. Hierbij betrek zij het advies ‘Onderweg naar overmorgen’ van de Raad voor Cultuur bij de keuze welke fieldlabs zij ondersteunt en wat daar de opzet van wordt. Dit advies werd op 16 november aangeboden.
Ondersteuning lokale culturele infrastructuur
In 2021 wordt in totaal € 150 miljoen beschikbaar gesteld om gemeenten in staat te stellen de lokale en culturele instellingen en voorzieningen te ondersteunen. Dit is een vervolg op het eerste steunpakket voor cultuur in 2020 voor de ondersteuning van regionale musea, (pop)podia en filmtheaters. Daarnaast hebben gemeenten en provincies in 2020 aanvullende middelen gekregen.