De TLV zal niet worden afgebouwd in het eerste kwartaal van 2021. In de oorspronkelijke afbouw werd vanaf 1 januari 2021 uitgegaan van een minimaal omzetverlies van 40% om in aanmerking te komen voor de TVL. In de herijkte afbouw wordt voor het eerste kwartaal van 2021 uitgegaan van hetzelfde percentage als in het vierde kwartaal van 2020, dus 30%.
Het subsidiepercentage was 50% bij een omzetderving van 30%. Het subsidiepercentage zal nu meelopen met het omzetdervingspercentage, tot een maximum van 70% bij een omzetderving van 100%. Hierdoor krijgen volgens het kabinet de ondernemingen met de grootste omzetverliezen meer subsidie. De omzetdrempel blijft ook voor de TVL gelijk in het vierde kwartaal van 2020 en het eerste kwartaal van 2021.
Net als in het vierde kwartaal van 2020 staat in het eerste kwartaal van 2021 de TVL open voor alle sectoren. De hogere TVL geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 oktober 2020 en voor ondernemers met omzetverlies in alle sectoren, dus ongeacht de SBI-code waar je bedrijf in valt. Ook gaat de drempel voor omzetverlies niet omhoog, maar blijft deze 30%.
Het maximum subsidiebedrag blijft € 90.000 voor een periode van drie maanden. De vaste lasten per drie maanden moeten minimaal € 3.000 bedragen.
Startende ondernemingen
Door het ontbreken van een referentieomzet biedt de TVL voor startende ondernemingen soms geen oplossing. Het kabinet heeft in overleg met de sociale partners en de uitvoeringsorganisaties gekeken of er binnen de TVL-regeling een uitvoerbare oplossing mogelijk is voor startende ondernemingen. Dit is uiteindelijk niet gelukt. Het kabinet verkent momenteel opties om het (buffer)vermogen van startende bedrijven te versterken evenals extra (overbruggings)kredieten voor ondernemers in getroffen sectoren, via Qredits en de COL-faciliteit.