Inwoners van Nederland die normaal gesproken in Duitsland werken kunnen als gevolg van aan de coronacrisis gerelateerde maatregelen Duitse socialezekerheidsuitkeringen zoals ‘Kurzarbeitergeld’, ‘Insolvenzgeld’ en ‘Arbeitslosengeld’ ontvangen. Als deze (eventueel in combinatie met bepaalde andere) Duitse uitkeringen in een kalenderjaar € 15.000 of minder bedragen, wijst artikel 17 van het belastingverdrag met Duitsland het heffingsrecht over deze Duitse uitkeringen toe aan Nederland. In de normale situatie is het arbeidsinkomen van deze personen in Duitsland belast.
Verder zijn de genoemde uitkeringen gebaseerd op het netto-inkomen, waardoor er door Nederlandse belastingheffing een ongewenste inkomensachteruitgang ontstaat. Daarom keurt de staatsecretaris goed dat de genoemde uitkeringen van 11 maart 2020 t/m 31 december 2020 worden vrijgesteld. De genoemde uitkeringen worden in de Nederlandse belastinggrondslag opgenomen en de belasting wordt vervolgens verminderd met de Nederlandse belasting die naar evenredigheid kan worden toegerekend aan de ontvangen uitkeringen.
Voorwaarden
Voor deze goedkeuring gelden de volgende twee voorwaarden:
- Je maakt voor het eerst aanspraak op “Kurzarbeitergeld”, “Insolvenzgeld” of “Arbeitslosengeld” op of na 11 maart 2020.
- Je kan gegevens overleggen die onderbouwen dat aan de eerste voorwaarde is voldaan.