Vergoeding paramedische herstelzorg verlengd
De regeling voor het vergoeden van paramedische herstelzorg voor mensen die Covid-19 klachten hebben wordt verlengd. De regeling zou 1 augustus a.s. aflopen maar wordt verlengd tot 1 augustus 2022. Daarnaast wordt de regeling op enkele punten gewijzigd. Deze wijzigingen gaan per 1 juli a.s. in.
Paramedische herstelzorg
Paramedische herstelzorg richt zich op het verminderen van klachten van mensen die een Covid-19-besmetting hebben doorgemaakt en die ernstige klachten of beperkingen ervaren bij hun herstel. Paramedische herstelzorg richt zich op het verminderen van deze klachten. Deze zorg bestaat uit fysiotherapie, oefentherapie, logopedie, diëtetiek en/of ergotherapie. Voor vergoeding van de paramedische herstelzorg is een verwijzing van een huisarts of medisch specialist nodig.
Voorwaarden
Om voor vergoeding uit het basispakket in aanmerking te komen, moeten de verwijzing en zorg in een bepaalde termijn na het ziektestadium worden gegeven. Het acute ziektestadium is de fase van Covid-19 waarin de patiënt symptomen als koorts en benauwdheid heeft. Naast de verlenging van de regeling is besloten om deze termijn ook te verlengen. Destijds is gekozen voor een termijn van vier maanden tussen het einde van het acute ziektestadium en de verwijzing naar paramedisch herstelzorg. Het Zorginstituut vond dit noodzakelijk om een duidelijke relatie te zien tussen Covid-19 en de klachten bij het herstellen ervan. Op advies van het Zorginstituut wordt deze termijn nu verlengd naar zes maanden.
Patiënten die in eerste instantie geen behoefte aan paramedische herstelzorg lijken te hebben en daarvoor ook niet zijn verwezen, kunnen later toch hinderlijke klachten en beperkingen ontwikkelen, waardoor toch behoefte aan paramedische ondersteuning ontstaat. Deze patiënten kunnen wel aanspraak maken op reguliere paramedische zorg uit het basispakket. Dit gaat dan over logopedie, ergotherapie en diëtetiek.
Doorverwijzing
Een andere voorwaarde die gewijzigd wordt, is dat de huisarts ook mag verwijzen voor een tweede behandelperiode. In de vorige regeling mocht alleen de medisch specialist dit doen. Deze verwijzing vindt plaats in het uitzonderlijke geval dat een tweede behandelperiode nodig is na de eerste behandelperiode van zes maanden. Ook deze voorwaarde wordt gewijzigd op advies van het Zorginstituut.
Ingang
Vanaf 1 juli 2021 gaat de nieuwe regeling in. Zie voor meer informatie de website van het Zorginstituut.