Door de nieuwe maatregelen wordt de culturele en creatieve sector wederom hard geraakt: een theatervoorstelling, concert of musical bezoeken na 17.00 uur kan niet meer. Dat betekent dat het grootste deel van de culturele sector haar deuren wederom moet sluiten voor publiek. Instellingen, met name musea en monumenten, die hun deuren tot 17.00 uur open kunnen houden, krijgen te maken met een capaciteitsbeperking per vierkante meter en zien door het wegblijven van (internationaal) toerisme en het reisadvies hun bezoekcijfers teruglopen. Zalen die voor 17.00 uur publiek ontvangen, kunnen dat slechts doen met beperkte capaciteit.

Voor veel culturele instellingen betekenen deze beperkingen een extra uitdaging om niet verlieslatend hun deuren te openen. Juist nu de agenda’s van deze instellingen gevuld waren met nieuwe voorstellingen en tentoonstellingen van internationaal allure is dit een extra hard verlies. Culturele zelfstandigen zien opdrachten opdrogen en culturele instellingen blijven achter met uitverkochte voorstellingen die niet door kunnen gaan.

Het kabinet maakt 68 miljoen euro vrij voor een specifiek steunpakket om de culturele sector tot het einde van het jaar te ondersteunen. Deze middelen behelzen een voortzetting van de eerdere specifieke steun: ondersteuning voor de BIS- en Erfgoedwetinstellingen en de meerjarig gefinancierde instellingen bij de Rijkscultuurfondsen, en ondersteuning voor makers via onder andere de rijkscultuurfondsen. De suppletieregeling wordt aangepast bij het Fonds Podiumkunsten. Begin 2022 wordt de uitwerking van dit steunpakket bekend.

Steun aan de lokale en regionale cultuur worden beschikbaar gesteld aan gemeenten (41,6 miljoen euro) en provincies (9,9 miljoen euro) voor het in standhouden van de lokale en regionale cultuursector in 2021.

Aanvullende ondersteuning voor de sport
Ook de sportsector wordt wederom hard getroffen door de coronamaatregelen. Het gaat hierbij om alle onderdelen van de sport: van de training in de avonduren tot het bezoeken van een professionele sportwedstrijd. Dat vraagt om steunmaatregelen die rekening houden met de specifieke kenmerken van de sector. Daarbij houdt het kabinet rekening met (de omvang van) de sectorspecifieke compensatieregelingen die inzicht geven in wat redelijk en nodig is.

Voor de amateursport zullen de eerdere compensatieregelingen weer geopend worden voor de periode waarin de maatregelen gelden om hen te compenseren voor de vaste lasten en de huurkosten. Ook zullen gemeenten de mogelijkheid krijgen om de ijsbanen en zwembaden te ondersteunen. Bij de uitwerking van de regeling ter compensatie van gederfde inkomsten als gevolg van het niet langer toestaan van publiek bij professionele sportwedstrijden wordt gekeken naar de samenloop met de NOW en TVL, teneinde overcompensatie te voorkomen.