Het kabinet stelt 300 miljoen euro extra beschikbaar voor de culturele sector. De 300 miljoen euro extra steun omvat vier onderdelen.
- Het ophogen van de subsidies voor instellingen in de culturele basisinfrastructuur en voor instellingen en festivals die meerjarig worden ondersteund door de zes rijkscultuurfondsen.
- Het verhogen van bestaande leenfaciliteiten bij het Nationaal Restauratiefonds voor rijksmonumenten.
- De zes rijkscultuurfondsen krijgen budget voor ondersteuning van cruciale instellingen in de keten die vooral in regio’s en steden de culturele infrastructuur dragen, zoals belangrijke gemeentelijke en provinciale musea, (pop-)podia en filmtheaters.
- De leenfaciliteiten bij Cultuur+Ondernemen worden verhoogd. Cruciale private partijen in de keten, zoals vrije theaterproducenten, commerciële festivals en kunstgaleries, kunnen bij Cultuur+Ondernemen terecht. Voorwaarde om in aanmerking te komen is dat de huidige steunmaatregelen maximaal zijn benut (NOW, TOGS, Tozo, etc.).