Per 1 oktober 2021 ben je als ondernemer weer verplicht om je nieuw opgekomen betalingsverplichtingen tijdig te voldoen. Het kabinet verwachtte dat dit voor het overgrote deel van de betreffende ondernemers haalbaar was. Het kabinet heeft daarbij wel onderkend dat er mogelijk in de kern gezonde bedrijven zijn die vanaf 1 oktober 2021 niet onmiddellijk aan hun nieuw opgekomen betalingsverplichtingen konden voldoen. Voor die groep ondernemers heeft het kabinet onder strikte voorwaarden een tijdelijke versoepeling van het reguliere uitstelbeleid getroffen van 1 oktober 2021 tot en met 31 januari 2022.
Bij de aanpassingen van het steunpakket in het vierde kwartaal die 16 november jl. zijn aangekondigd, heeft het kabinet besloten om het uitstel van betaling niet alsnog te verlengen. Het kabinet onderkent echter dat de genoemde versoepeling van het reguliere uitstelbeleid niet voor alle ondernemers voldoende is in het licht van de aanvullende beperkende maatregelen. Om de liquiditeitsproblemen van deze ondernemers te verlichten verlengt het kabinet het uitstel van betaling van belastingen over het vierde kwartaal van 2021 voor de ondernemers die nog openstaande belastingschulden hebben onder het bijzonder uitstel van betaling vanwege de coronacrisis. Zij hoeven hiervoor geen actie te ondernemen. Dit verlengde uitstel van betaling geldt voor alle belastingen die op grond van het Besluit noodmaatregelen coronacrisis voor uitstel in aanmerking komen en waarvan de uiterste betaaldatum voor 1 februari verstrijkt, bijvoorbeeld de kwartaalaangiftes btw over het laatste kwartaal van 2021. Deze belastingschuld wordt opgeteld bij de belastingschuld die vanaf 1 oktober 2022 in 60 maanden moet worden afgelost.
Heb je als ondernemer niet eerder uitstel van betaling vanwege de coronacrisis aangevraagd of heb je inmiddels de uitgestelde belastingschuld volledig voldaan, dan kun je door de aanvullende coronamaatregelen (weer) in betalingsproblemen komen. Voor deze groepen ondernemers wordt daarom de mogelijkheid geopend om uitstel van betaling aan te vragen voor de betaling van hun belastingen over het vierde kwartaal 2021. Het uitstel van betaling geldt alleen voor belastingschulden die nog niet zijn voldaan. Het uitstel van betaling is namelijk bedoeld om nieuwe betalingsproblemen het hoofd te bieden die kunnen ontstaan vanwege de aanscherpingen van de coronamaatregelen.
Invorderingsrente
Invorderingsrente is verschuldigd op openstaande belastingschulden. Vanwege de coronacrisis heeft het kabinet de invorderingsrente die de Belastingdienst in rekening brengt tijdelijk verlaagd naar 0,01%. Onder huidig beleid zou deze invorderingsrente vanaf 1 januari 2022 weer stapsgewijs teruggaan naar het oude niveau van 4%. Het kabinet vindt het van belang dat de prikkel tot het voldoen van belastingschulden weer herleeft, zodat ondernemers die hun belastingschuld kunnen aflossen, dat ook doen.
Met de aanscherping van de coronamaatregelen is het echter duidelijk dat ondernemers voorlopig nog beperkt kunnen worden in hun bedrijfsvoering. Kun je als ondernemer vanaf 1 januari 2022 nog niet aflossen, dan zou je invorderingsrente moeten betalen. Met de nieuwe afstandsmaatregelen wordt het ook waarschijnlijker dat meer ondernemers nog niet tot (gedeeltelijke) aflossing in staat zullen zijn. Het kabinet besluit daarom de invorderingsrente per 1 januari 2022 niet te verhogen, maar op 0,01% te houden. Dit percentage zal gelden tot en met 30 juni 2022. Daarna gaat de invorderingsrente per halfjaar stapsgewijs terug naar het oude niveau. Deze verlenging zorgt ervoor dat je als ondernemer de komende tijd vrijwel geen extra rentekosten hebt op de belastingschuld die je aan het aflossen bent.