De hoogte van de Tozo-uitkering is afhankelijk van bijvoorbeeld je leeftijd en je gezinssituatie. De Rijksoverheid heeft de meest gestelde vragen hierover op een rij gezet.

Hoe hoog is het normbedrag voor jou als jongere tussen de 18 en 21 jaar?

Zonder kinderen

  • Ben je alleenstaand en 18, 19 of 20 jaar, dan is het normbedrag € 259,78 netto per maand.
  • Ben je getrouwd (of daarmee gelijkgesteld) en zijn jullie beiden 18, 19 of 20 jaar, dan is het normbedrag € 519,56 netto per maand.
  • Ben je getrouwd (of daarmee gelijkgesteld) en is de een 18, 19 of 20 jaar en is de ander 21 jaar of ouder, dan is het normbedrag € 1.011,44 netto per maand

Met kinderen

  • Ben je alleenstaande ouder en 18, 19 of 20 jaar, dan is het normbedrag € 259,78 netto per maand.
  • Ben je getrouwd (of daarmee gelijkgesteld) met kinderen en zijn jullie beiden 18, 19 of 20 jaar, dan is het normbedrag € 820,22 netto per maand.
  • Ben je getrouwd (of daarmee gelijkgesteld) met kinderen en is de een 18, 19 of 20 jaar en is de ander 21 jaar of ouder, dan is het normbedrag € 1.312,10 netto per maand

 

Waarom krijgt een alleenstaande zelfstandige € 1.050,– en een samenwonende €1.500,–? 

De gemeente verstrekt de uitkering aan een huishouden op basis van de Participatiewet. De uitkering is een aanvulling tot het sociaal minimum oftewel bijstandsniveau. Dat betekent dat de gemeente het inkomen van een alleenstaande zelfstandige aanvult tot € 1.050. Voor gehuwden en samenwonenden (ook als beide partners zelfstandigen zijn) vult de gemeente het inkomen aan tot een bedrag van € 1.500,– netto.

 

Waarom krijg ik als alleenstaande zelfstandige met kinderen hetzelfde bedrag als mijn vriendin zonder kinderen?

De Tozo kent de basisregels van de Participatiewet. De Participatiewet is met ingang van 1 januari 2015 de basis voor de bijstandsverlening. Nieuw in die wet is dat een alleenstaande ouder van de gemeente hetzelfde bedrag ontvangt als een alleenstaande. De alleenstaande ouder krijgt via het kindgebonden budget van de Belastingdienst een aanvulling voor de kosten van de kinderen. De gemeente betaalt dus niet langer een bijdrage uit die voor de kinderen is bestemd. Die bijdrage zit in het kindgebonden budget dat dus niet de gemeente maar de Belastingdienst uitbetaalt.

 

Krijgt mijn partner automatisch een loonheffingskorting als ik een Tozo-uitkering ontvang?

De gemeente vraagt bij de verlenging van de Tozo ook naar het inkomen van de partner van de zelfstandige. Dit houdt in dat als het gezamenlijk inkomen op of boven het geldende sociaal minimum verkeert, er geen recht bestaat op de Tozo-uitkering. Als het gezamenlijk inkomen onder het sociaal minimum zich bevindt en als je aan de betreffende criteria in de Tozo voldoet, kun je als zelfstandige en je partner in aanmerking komen voor aanvullende Tozo-inkomensondersteuning.

Indien er sprake is van een gezinssituatie kent de gemeente de uitkering toe aan jou en je partner, ieder voor de helft. Daarbij berekent de gemeente loonheffing over de  Tozo-uitkering en past ze standaard een loonheffingskorting (ongeveer € 207,– per maand) toe op de berekende en te betalen loonheffing. Als je als zelfstandige ook een inkomen hebt uit loondienst, dan gaat de loonheffingskorting die op dat inkomen is toegepast af van de loonheffingskorting over jouw helft van de Tozo-uitkering.

Dat houdt in dat de gemeente op de helft van de Tozo-uitkering die ze toekent aan je partner de volledige loonheffingskorting toepast. Als je partner nog andere inkomsten heeft waarop ook al loonheffingskorting is toegepast, dan betekent dit dat je partner dus te weinig loonheffing betaalt. Volgend jaar volgt dan een aanslag van de Belastingdienst. Het is goed om hiermee rekening te houden.

 

Valt mijn privévermogen buiten de beoordeling van de aanvraag voor Tozo?

Bij de vaststelling van het eigen en totaal vermogen wordt geen onderscheid gemaakt tussen het zakelijk en privé vermogen van een zelfstandige. Het ontbreken van de vermogenstoets geldt voor de aanvraag voor inkomensondersteuning en in mindere mate voor de lening bedrijfskapitaal. Om de noodzaak van een lening voor bedrijfskapitaal aan te tonen, moet je aannemelijk maken dat je niet voldoende liquide middelen hebt om zakelijke rekeningen en/of vaste bedrijfslasten te kunnen betalen. Hierbij zal de gemeente ook kijken naar het geld dat je direct beschikbaar hebt in kas of op de bank of naar het saldo op de bank- en spaarrekeningen van het huishouden dat je alleen of met je partner hebt.

 

Als zelfstandig ondernemer heb ik een lening van meer dan € 10.157,– nodig voor bedrijfskapitaal. Kan ik dan meer dan één aanvraag Tozo indienen?

Wanneer je al eerder in de Tozo bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal hebt aangevraagd en toegekend gekregen, maar het maximale bedrag van € 10.157,– nog niet is bereikt, kun je nog een aanvullende aanvraag doen tot het maximum van € 10.157,– is bereikt. Als je meer dan € 10.157,– nodig heeft, kun je een aanvraag doen voor het reguliere Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz). Als je voldoet aan de voorwaarden voor de Tozo-lening bedrijfskapitaal , kun je ervoor kiezen om een deel van het benodigde bedrag op basis van de Tozo aan te vragen en het overige deel op basis van het Bbz. Ook kun je bezien of je in aanmerking komt voor de regeling kleine corona kredieten van het ministerie van Economische Zaken.

 

Ik heb in februari gewerkt, de factuur is in juli betaald. Heeft dat invloed op mijn Tozo-uitkering?

Bij het berekenen van de Tozo-uitkering hoef je alleen inkomsten op te geven voor werk dat je verwacht te verrichten in de periode waarover Tozo wordt aangevraagd. Betalingen van facturen in deze periode voor eerder verricht werk kun je buiten beschouwing laten. Een factuur die betaald wordt in juli, maar waarvan het werk is verricht in februari, wordt dus niet betrokken bij het berekenen van de Tozo-uitkering.

 

Moet de Tozo uitkering worden opgegeven bij de inkomstenbelasting over het jaar 2020?

Ja, de uitbetaalde Tozo uitkering is inkomen dat je moet opgeven in je aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2020. De uitkering moet apart worden opgegeven en is dus geen onderdeel van de omzet.

In het eerste kwartaal van 2021 stuurt de gemeente je een jaaropgave. Als je samen met je partner een Tozo-uitkering hebt gekregen dan ontvangen jij en je partner beiden een jaaropgave voor de helft van de totaal verstrekte uitkering. Het vermelde bedrag is inclusief de door de gemeente afgedragen loonheffing. Het bedrag zal dus hoger zijn dan de door jou/jullie ontvangen netto uitkering. Het op de jaaropgave vermelde inkomen moet jij (en je partner) opgeven bij je aangifte inkomstenbelasting 2020. Als je via de site van de belastingdienst inlogt, vink je onder het kopje ‘Pensioen en andere uitkeringen’ aan: ‘uitkeringen, zoals AOW, WW, WAO, WIA en Wajong’. En vervolgens uit de lijst kiezen voor ‘Bijstandsuitkering (Participatiewet)’. Daarna kun je de hoogte en de ingehouden loonheffing zoals vermeld op de jaaropgave invoeren.

 

Moet ik de steun vanuit de EZK noodloketten TOGS en Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB (TVL MKB) opgeven aan de gemeente?

Nee, de bedragen die je vanuit TOGS en TVL MKB ontvangt hoef je voor de Tozo inkomensondersteuning niet op te geven aan de gemeente. Wél moet je bij de aanvraag van de Tozo-lening bedrijfskapitaal aangeven of je hier gebruik van maakt. En aannemelijk maken dat je desondanks nog steeds onvoldoende direct beschikbare geldelijke middelen hebt om de vaste lasten van het bedrijf mee te betalen.

 

Waar vind ik alle informatie over de (oude) TOZO 1 terug?

Google op de publicatie ‘Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers TOZO 1.0’.