Minister Koolmees heeft de Tweede Kamer laten weten geen aanpassingen te doen in de huidige wetgeving rond de transitievergoeding. De huidige wetgeving geeft voldoende ruimte aan de flexibiliteit voor werkgevers en werknemers, aldus de minister, t.w.:
- Allereerst kunnen sociale partners in een cao afspraken maken die de wettelijke regeling rondom de transitievergoeding als het gaat om een ontslag wegens bedrijfseconomische redenen (als de gevolgen van Covid19).
- Partijen kunnen ook afspreken dat ontslag tegen een lagere vergoeding plaatsvindt, of er kan worden afgesproken dat de werkgever helemaal geen vergoeding is verschuldigd.
- Daarnaast kan worden afgesproken dat de betaling van de transitievergoeding wordt gespreid over maximaal 6 maanden als directe betaling leidt tot onaanvaardbare gevolgen voor de bedrijfsvoering van de werkgever.
- Tenslotte kunnen, onder voorwaarden, bepaalde kosten in mindering worden gebracht op de transitievergoeding. Denk aan kosten voor outplacement of scholing bij dreigend ontslag, en kosten die tijdens het dienstverband zijn gemaakt voor het verbeteren van de inzetbaarheid van de werknemer in een andere functie. Voorwaarde is dan wel dat de werknemer hiermee instemt.