In november jl. heeft er bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een zaak gediend omtrent de vaststelling van de WOZ-waarde voor de OZB-aanslag. De ondernemer, die een horecapand exploiteert, was van mening dat de coronacrisis een negatieve invloed heeft op de WOZ-waarde van het bedrijfspand per 1 januari 2017. Om de WOZ-waarde van een zakenpand te berekenen wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde methode van huurwaardekapitalisatie (het aantal keer de jaarhuur van een bedrijfspand dat men bij koop bereid is te betalen).
De ondernemer vindt dat de gemeente bij het vaststellen van de kapitalisatiefactor gerekend heeft met een te laag percentage voor leegstandsrisico. Volgens de ondernemer moet er worden gekeken naar het risico tussen de waardepeildatum en de 10 jaren die daar op volgen. Door de coronacrisis heeft de horeca inmiddels met een aanzienlijk hoger leegstandsrisico te maken. Volgens de ondernemer zou in de berekening van de kapitalisatiefactor het leegstandsrisico op 30% of 40% moeten worden gesteld.
Hof Arnhem-Leeuwarden geeft de ondernemer geen gelijk. Voor het percentage van het leegstandsrisico moet gekeken worden naar de situatie op waardepeildatum (1-1-2017). Toen bestond COVID-19 nog niet, want dat was pas in 2020. Het mogelijke waardedrukkende effect op de WOZ-waarde heeft nog geen invloed op de waardebepaling van een bedrijfspand per 1 januari 2017. Dat kan anders uitpakken voor de situatie per 1 januari 2020.