Als gevolg van de coronacrisis kun je als zorgprofessional worden geconfronteerd met een (fors) lagere omzet. Toch kun je in principe geen beroep doen op de compensatieregeling getroffen sectoren (TOGS), de bijstand voor zelfstandigen (TOZO) en de tegemoetkoming loonkosten personeel (NOW). Om als zorgverlener ook ondersteuning te ontvangen kun je als zorgaanbieder een bijdrage krijgen van de zorgverzekeraars als je inkomsten misloopt tijdens de coronacrisis.
Ben je als zorgaanbieder niet direct betrokken bij de zorg aan coronapatiënten, dan kun je in aanmerking komen voor een maandelijkse continuïteitsbijdrage. Hierdoor krijg je compensatie voor een lagere omzet als gevolg van de coronacrisis. De bedoeling is dat je met de bijdrage onder meer je vaste lasten kan blijven betalen, zoals personeels- en huisvestigingskosten. De zorgverzekeraars, verenigd in Zorgverzekeraars Nederland, willen op die manier je bijstaan en tevens garanderen dat hun verzekerden de zorg krijgen die zij nodig hebben, nu én na de coronacrisis.
De regeling voor de continuïteitsbijdrage treedt op 1 mei in werking, met terugwerkende kracht tot 1 maart t/m in principe 30 juni 2020. De financiële steunmaatregelen gelden zowel voor gecontracteerde als ongecontracteerde zorgaanbieders. Bepaalde groepen zorgaanbieders die nu al in acute financiële problemen dreigen te komen, kunnen een vooruitbetaling aanvragen. Deze vooruitbetaling geldt voor: eerstelijns laboratoria, mondzorg, kraamzorg, fysiotherapie, oefentherapie, ergotherapie, wijkverpleging, zittend ziekenvervoer en zelfstandige behandelcentra in de medisch-specialistische zorg.
De steun op hoofdlijnen volgens de brief van Zorgverzekeraars Nederland van 5 april 2020:
- de eerste uitbetaling vindt plaats in de maand mei (over de periode vanaf 1 maart) en vervolgens elke maand zolang de regeling van kracht is;
- de continuïteitsbijdrage wordt toegekend om gedurende deze coronacrisis de capaciteit van zorgaanbod in stand te houden, en beoogt een redelijke tegemoetkoming te geven voor gemiste dekking van doorlopende kosten;
- de hoogte van de bijdrage wordt vastgesteld als een percentage van de door zorgverzekeraars vergoede omzet;
- dat percentage wordt per sector door de zorgverzekeraars vastgesteld, mede op advies van een onafhankelijke partij. Het is afhankelijk van de vaste lasten van de sector en de mate waarin de sector nog in staat is om zorg te leveren;
- onze verwachting is dat de continuïteitsbijdrage zal liggen tussen de 60 en 85% van de zorgkosten die onder normale omstandigheden door zorgverzekeraars wordt vergoed;
- de continuïteitsbijdrage hoeft niet te worden terugbetaald, maar wordt, voor zover billijk en mogelijk, wel verrekend met de productie gedurende de maanden dat deze van toepassing is en met de eventuele hogere productie als gevolg van inhaaleffecten daarna. Hiermee zorgen we ervoor dat de zorgkosten niet hoger zijn dan in de situatie zonder vraaguitval ten gevolge van de coronacrisis.
Volgens de brief is een belangrijke voorwaarde om in aanmerking te komen voor deze regeling dat de zorgaanbieder geen aanspraak maakt op relevante Rijksregelingen in het kader van de coronacrisis, behalve voor het deel omzetdaling dat mogelijk resteert na aftrek van de vergoeding door de regeling van zorgverzekeraars.
Verdere voorwaarden voor de continuïteitsbijdrage worden momenteel uitgewerkt. Met het oog op uitvoerbaarheid van de regeling wordt bezien in hoeverre voor de uitbetaling een drempelbedrag van € 250,– euro per zorgverzekeraar per maand moet worden gehanteerd.