Doordat de Nederlandse economie forse klappen krijgt door de coronacrisis verwacht het kabinet dat de investeringen in 2020 en 2021 (en mogelijk daarna) fors dalen.

Vandaar dat het kabinet de BIK voorstelt. De onderbouwing door staatssecretaris Vijlbrief van Financiën is hiervoor als volgt.

“Het kabinet vindt het van groot belang dat de investeringen zo veel mogelijk op peil blijven, ook in een laagconjunctuur, zodat de tijdelijke economische terugval geen langdurig karakter krijgt. Het kabinet draagt daar al aan bij door extra te investeren en al geplande investeringen naar voren te halen. De overheid kan het echter niet alleen. Langjarig wordt 80 tot 85% van alle investeringen in ons land gedaan door de private sector. Het is dus cruciaal dat ook deze private investeringen zoveel mogelijk doorgang vinden. De doelstelling van de BIK is daarom het stimuleren en naar voren halen van investeringen van bedrijven tijdens de economische crisis die een gevolg is van het coronavirus. Het kabinet stelt met de BIK een generieke regeling voor. De BIK vormt een tijdelijke aanvulling op reeds bestaande meer specifieke stimuleringsmaatregelen zoals de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), de energie-investeringsaftrek (EIA), de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving milieubedrijfsmiddelen (VAMIL).

Het kabinet wil de diverse stimulansen handhaven om te zorgen dat er naast de tijdelijke stimulans voor investeringen ook de structurele stimulansen specifiek voor duurzame investeringen (EIA, MIA, VAMIL) en voor kleinere investeringen (KIA) onverkort van kracht blijven. Het zal voor ondernemers mogelijk zijn om verschillende investeringsregelingen tegelijkertijd te benutten, indien ze van toepassing zijn op een investering. Dit is overigens anders dan eerder abusievelijk in de Bijlagen bij de Miljoenennota is vermeld.8 Het kabinet kiest er bewust voor om een samenloop van de BIK met deze bestaande stimulansen toe te staan. Voor kleinere investeringen kunnen de KIA en de BIK samengaan. Bedrijven die groene investeringen doen, kunnen dus profiteren van de BIK en tegelijkertijd ook van de EIA, MIA of VAMIL. Hierdoor worden ook groene investeringen nog aantrekkelijker. De regeling is tijdelijk. Als de economische crisis voorbij is, is de maatregel in deze vorm niet langer nodig. Er wordt van uitgegaan dat de regeling niet langer nodig is voor investeringen die na 31 december 2022 worden gedaan. De regeling is dan ook tot die duur beperkt. Daarna zal het budget gebruikt worden voor een regeling met een soortgelijk doelbereik (het verlagen van werkgeverskosten)”, aldus staatssecretaris Vijlbrief.

BIK-regeling

De BIK geldt voor nieuwe investeringen in bedrijfsmiddelen. De voorwaarden die worden voorgesteld zijn:

  • De investeringsverplichting moet zijn aangegaan op of na 1 oktober 2020.
  • De laatste betaling van de investeringen moet in de periode 1 januari 2021 t/m uiterlijk 31 december 2022 plaatsvinden, zodat per 31 december 2022 de investering volledig is betaald.
  • Het bedrijfsmiddel moet binnen 6 maanden na volledige betaling in gebruik zijn genomen.
  • De BIK zal als een afdrachtvermindering op de loonheffing worden ‘uitbetaald’. Hierdoor profiteren alle bedrijven met werknemers hetzelfde als zij een gelijke investering doen en niet alleen de bedrijven die winst maken.
  • Omdat de BIK gekoppeld is aan de loonheffing kunnen bedrijven die korting alleen innen als zij voldoende werknemers (loonsom) in dienst hebben om de investeringskorting via de loonheffing te verzilveren.